Wat is een ecologische tuin?

Een ecologische tuin is een tuin die zo wordt ontworpen en beheerd dat hij in harmonie is met de natuurlijke omgeving. Het doel is om een duurzame en veerkrachtige buitenruimte te creëren waar planten, dieren, en bodemleven samenkomen in een natuurlijk evenwicht. Hier staat niet de mens centraal die controle uitoefent, maar de natuur zelf. Een ecologische tuin onderscheidt zich van een meer traditionele siertuin door het uitoefenen van volgende basisprincipes:

1. Inheemse Planten

Een van de basisprincipes van een ecologische tuin is het gebruik van inheemse planten. Dit zijn planten die van nature in jouw regio voorkomen en goed zijn aangepast aan de lokale omstandigheden. Ze zijn bestand tegen het klimaat en de bodem en hebben geen kunstmatige bemesting of pesticiden nodig om te overleven. Inheemse planten trekken ook inheemse dieren en ongewervelden aan die zich al duizenden jaren hieraan hebben aangepast . Zo ondersteun je het lokale ecosysteem en creëer je een tuin die minder onderhoud vergt.

2. Biodiversiteit

In een ecologische tuin staat biodiversiteit centraal. Door verschillende soorten planten te kiezen, gelaagdheid, schuilplaats, microreliëf en diverse habitatten te creëren kunnen meer dieren en meer soorten voedsel en onderdak vinden in jouw tuin. Dit zorgt voor een robuust ecosysteem waarin plaagdieren op natuurlijke wijze in toom worden gehouden door hun natuurlijke vijanden, zoals vogels of lieveheersbeestjes. Een tuin vol diversiteit kan beter omgaan met verstoringen zoals droogte of plagen, omdat er altijd een balans blijft tussen de verschillende organismen.

3. Waterbeheer

Een ecologische tuin maakt slim gebruik van water. In plaats van leidingwater te gebruiken voor bewatering, wordt regenwater opgevangen en hergebruikt. Dit kan door middel van regentonnen of wadi’s (verzamelplekken voor regenwater). Bovendien helpt een gezonde bodemstructuur met veel organisch materiaal om water beter vast te houden, zodat planten minder vaak water nodig hebben. Ook het aanleggen van vijvers of moerasachtige delen draagt bij aan de opvang van regenwater en bevordert het leven van waterdieren en insecten.

4. Geen chemische middelen

Een ecologische tuin vermijdt het gebruik van chemische meststoffen en pesticiden. In plaats daarvan worden organische methoden gebruikt om de bodem vruchtbaar te houden en ongedierte te bestrijden. Composteren is bijvoorbeeld een belangrijk onderdeel van het beheer van een ecologische tuin. Door organisch afval zoals groenteresten, bladeren en gras te composteren, krijg je voedzame compost die de bodem verrijkt zonder schadelijke chemicaliën. Ook worden natuurlijke vijanden van plaagdieren, zoals vogels en nuttige insecten, gestimuleerd om hun werk te doen.

5. Duurzaam materiaalgebruik

Materialen die worden gebruikt in een ecologische tuin zijn bij voorkeur gerecycled, hergebruikt of natuurlijk. Denk aan het gebruik van houtsnippers als padmateriaal, of aan oude stenen die worden hergebruikt om stapelmuurtjes of borders te maken. Deze stapelmuurtjes kunnen een schuilplaats bieden aan allerlei dieren, zoals hagedissen, egels, en insecten. Door materialen een tweede leven te geven, verminder je niet alleen afval, maar geef je ook een habitat aan verschillende dieren die baat hebben bij dergelijke structuren. Duurzaam materiaal betekent ook dat het lang mee zal gaan en niet snel aan vervanging toe is. Zo kiezen we bijvoorbeeld beter voor kasseien of kleiklinkers dan voor goedkopere betontegels.

6. Ruimte voor dieren

Een ecologische tuin biedt een veilige plek voor dieren zoals vogels, insecten, egels en kikkers. Dit kan op verschillende manieren: door het planten van dichte struiken voor vogels om in te nestelen, door het plaatsen van een insectenhotel of door het creëren van stapelmuurtjes en houtstapels als schuilplaats voor kleine dieren. Een vijver kan amfibieën zoals kikkers aantrekken, en bloemen met veel nectar helpen bijen en vlinders te ondersteunen. Dieren spelen een belangrijke rol in het ecosysteem en helpen bij het bestuiven van planten, het bestrijden van plagen en het verspreiden van zaden.

7. Aanpassen aan de bodem, niet andersom

De beplanting wordt aangepast aan de aanwezige bodem. Bodem ‘verbeteren’ kan in beperkte mate, bodem veranderen is uit den boze. Hierdoor moet inheemse beplanting zich minder aanpassen en worden ecosystemen sneller gevormd.

8. Ruimte laten voor spontane begroeiing

Bij aanplant wordt er ruimte gelaten tussen de beplanting om planten die spontaan aan komen waaien een kans te geven. Deze soorten zijn vaak streekeigen en horen thuis in het ecosysteem.

9. Beperk in- en uitvoer

Een teveel of tekort aan aanwezige grond wordt creatief opgelost zodat er geen grond moet aan- of afgevoerd worden. Het transport van grond is een zware belasting voor de ecologie en vaak overbodig. Een teveel kan omgevormd worden tot een talud, heuvel of verhoging. Een tekort kan opgelost worden door een vijver te graven en de uitgegraven grond elders te gebruiken.

10. Omgevingsonderzoek en stapstenen

Voor een ecologische tuin wordt aangelegd dient een omgevingsonderzoek uitgevoerd te worden. De wijde en directe omgeving wordt onderzocht: Welke flora staat er in de buurt? Welke wilde begroeiing ligt nabij en komt qua biotische eigenschappen dichtbij de tuin? Hoe meer de tuin lijkt op ecosystemen in de buurt, hoe meer fauna de tuin kan gebruiken als stapsteen om te migreren van het ene gebied naar het andere. Dit leidt tot meer schuilplaats, waardplanten en voedsel voor de fauna en resulteert uiteindelijk in een robuustere populatie.

Vorige
Vorige

Waarom een ecologische tuin?

Volgende
Volgende

Het belang van Biodiversiteit en de biodiversiteitscrisis